Veelgestelde vragen

In de VFN Gedragscode wordt gebruik gemaakt van leennormen. Deze leennormen zijn er om te voorkomen dat u meer kunt lenen dan u kunt terug betalen. Er moet ruimte overblijven voor uw levensonderhoud.

De leennormen zijn gebaseerd op de bedragen voor levensonderhoud die door het NIBUD zijn vastgesteld.

Een bekend advies luidt: probeer eens een paar maanden het bedrag te sparen dat u straks maandelijks aan rente en aflossing zou moeten worden betalen. Dan weet u zeker dat u het af te dragen maandbedrag kunt missen.
Bedenk daarbij goed of er misschien wijzigingen komen in uw inkomsten en uitgaven. Nu, maar ook straks. Bijvoorbeeld omdat uw werksituatie verandert of omdat de kinderen gaan studeren. Het NIBUD kan u verder helpen bij het ‘budgetteren’.

Iedere kredietgever is wettelijk verplicht zich aan te sluiten bij het BKR. Het reglement van het BKR eist toetsing bij een kredietaanvraag en registratie van een verleend krediet en van eventuele problemen met dat krediet. Een kredietgever die adverteert met ‘geen BKR’, handelt dus in strijd met de Wet op het consumentenkrediet.

Een marktconforme rente betekent dat het rentepercentage afhangt van de marktontwikkelingen. In advertenties voor doorlopend krediet of tweede hypotheken gebruikt de tussenpersoon of de financier ‘marktconforme rente’ om vrijheid te hebben bij het rentepercentage dat hij u in rekening wil brengen.

Het maximale rentepercentage dat kredietverstrekkers mogen berekenen voor consumententransacties is 12% plus de wettelijke rente. De hoogte van de wettelijke rente wordt door de overheid vastgesteld en kan dus varieren. Als de wettelijke rente 2% is, is het maximumrentepercentage dus 2%+12%=14%.

Een kredietgever moet in bezit zijn van een vergunning van de AFM. Op de website van de AFM kunt u zien of dat het geval is met de desbetreffende kredietgever. Vaak gaat het echter om een bemiddelaar. Dat moet uit de advertentie blijken, bijvoorbeeld door het woordje ‘intermediair’.

Het doel van de Europese markt is juist dat de consument in alle lidstaten goederen en diensten moet kunnen afnemen, en vooral daar waar dit het goedkoopst is voor de consument. Doordat in de meeste EU-landen op 1 januari 1999 de euro is ingevoerd, is er geen valuta-risico meer bij ‘grensoverschrijdend lenen’. De tarieven voor consumptief krediet in ons land behoren tot de laagste van Europa.

Als het u erom gaat het BKR te omzeilen, bedenk dan dat een BKR-registratie er ook is in uw belang. Bovendien kan een Spaanse kredietgever ook navraag laten doen bij het Nederlandse BKR. Vertaalkosten, die in bepaalde gevallen worden gevraagd voor vertaling van het aanvraagformulier, zijn in strijd met de Wet op het consumentenkrediet.

Indien overleg met uw financier niet tot een oplossing van uw schuldproblemen leidt, komt u wellicht voor schuldbemiddeling in aanmerking. In principe is schuldbemiddeling, het verrichten van diensten gericht op het totstandkomen van een schuldregeling voortvloeiend uit krediettransacties, bij wet (Wck) verboden. Het verbod is niet van toepassing bij schuldbemiddeling:

  • die gratis wordt gegeven;
  • door gemeenten, gemeentelijke kredietbanken* of andere door gemeenten gehouden instellingen*, die zich krachtens hun doelstelling met schuldbemiddeling bezighouden;
  • door advocaten, procureurs, curatoren/bewindvoeders, notarissen, deurwaarders…e.v. (NB: meestal niet gratis!);
  • door natuurlijke personen of rechtspersonen aan te wijzen bij Algemene maatregel van Bestuur

* De meeste gemeentelijke kredietbanken zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Zij brengen doorgaans geen kosten in rekening aan de debiteur.

Een achterstandsmelding bij het BKR hoeft op zich geen probleem te zijn voor het openen van een bankrekening. Het ligt wel voor de hand dat de bank voorzichtig zal zijn met het toekennen van de mogelijkheid om ‘rood’ te staan. Die mogelijkheid is vaak automatisch gekoppeld aan een bankrekening waarop regelmatig inkomen binnenkomt. Een achterstandsmelding bij het BKR kan dan leiden tot een afwijzing. Vraag in zo’n geval om een rekening zonder mogelijkheid van roodstand.

Een BKR-aantekening voor een schuldsanering kan wat meer problemen opleveren. Maar wie geen bankrekening (meer) heeft, moet ook in dat geval een rekening kunnen openen. De banken hebben dat vastgelegd in het ‘Convenant basis-bankdiensten’. Banken kunnen echter altijd iemand weigeren die bewust een bank of financieringsmaatschappij heeft proberen te benadelen (bijvoorbeeld fraude).

Het is helaas niet mogelijk via een centrale melding te voorkomen dat iemand ergens een lening opneemt of op een andere manier schulden maakt. De kans op misbruik van zo’n melding is te groot.
Alleen als de zoon schulden heeft gemaakt die zijn geregistreerd bij het BKR, kan van een achterstandsmelding een signaal uitgaan naar andere kredietverstrekkers. Een bij het BKR geregistreerde schuldsanering of afboeking betekent meestal dat een kredietaanvraag wordt afgewezen.

Door de dubbele ondertekening ontstaat er een hoofdelijke aansprakelijkheid. De kredietgever kan, indien een van de ondertekenaars niet betaalt, de andere voor de aflossing aanspreken. Een echtscheidingsconvenant heeft hier geen invloed op.
De enige echt afdoende oplossing is het krediet af te lossen, waarna degene die volgens het echtscheidingsconvenant het krediet op zich zou nemen een nieuw krediet afsluit op eigen naam.