VFN vraagt aandacht voor beteugelen kosten toezicht

Met de consultatie Wijzigingsvoorstel Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft) heeft het ministerie van Financiën kenbaar gemaakt op welke wijze de Wbft beoogd zal worden aangepast. De wijzigingen vloeien voort uit het voornemen in het regeerakkoord “Bruggen Slaan” om de overheidsbijdrage voor het door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB) uit te oefenen toezicht op de financiële markten af te schaffen. De VFN betreurt het lastenverzwarende effect voor de financiële sector. Het beëindigen van de overheidsbijdrage in de bekostiging van het toezicht leidt vanaf 2015 jaarlijks tot  € 39,2 mio extra lasten. Deze zware lastenverzwaring zal zeker impact hebben op de tarieven die aan de consument in rekening worden gebracht voor financiële diensten. De VFN heeft gezamenlijk met de NVF een aantal suggesties gedaan voor verbetering.  De suggesties zijn direct gericht op het inperken van het lasten verzwarende effect voor de consument. Het mechanisme om de kosten van het toezicht te beheersen dient te worden versterkt: Effectieve prikkels om de expansieve ontwikkeling van de begrotingen van de toezichthouders te beperken ontbreken als de overheidsbijdrage in de kosten van het toezicht geheel verdwijnt. De VFN stelt voor om een vaste jaarlijkse efficiency-taakstelling op te nemen in het kostenkader van de toezichthouders, aangevuld met een variabele efficiency-taakstelling die is gebaseerd op de hoogte van investeringen en het aantal onder toezicht staande ondernemingen. Het begrotingsproces dient nadrukkelijker te worden gebaseerd op de wettelijke taak van de toezichthouders: Met het afschaffen van de overheidsbijdrage dienen de toezichthouders zich nog nadrukkelijker te beperken tot hun wettelijke taak. Taken die niet te relateren zijn aan een wettelijke taak dienen te worden afgebouwd. Hierbij kan gedacht worden aan activiteiten van de toezichthouders in het wetgevingsproces en bij algemene consumentenvoorlichting. In het kostenkader kan hieraan invulling worden gegeven door een aanvullende taakstelling op te leggen aan toezichthouders. Activiteiten en programma’s die een wettelijke basis ontberen, kunnen op deze wijze worden ontmoedigd. Eventuele hogere boetes moeten terugvloeien naar de sector en niet naar ’s Rijks schatkist: In de geconsulteerde wijziging wordt voorgesteld om de door de toezichthouders verkregen opbrengsten, voor zover deze het bedrag van € 2,5 mln te boven gaan, ten goede te laten komen aan ’s Rijks schatkist. In de Memorie van Toelichting wordt hieromtrent aangegeven dat dit aansluit bij de ontwikkeling dat boeteopbrengsten, ten gevolge van diverse nog te implementeren richtlijnen, beduidend hoger gaan uitvallen. Naar mening van de VFN ligt het juist voor de hand om de hogere boetes grotendeels aan te wenden om de hogere toezichtkosten voor de financiële sector te mitigeren. Zie ook de volledige reactie.