Kredietaanbieders houden rekening met gestegen consumentenprijzen en verkleinen de leenruimte

Geldverstrekkers zullen vanaf 15 juli bij het bepalen van de leenruimte rekening houden met de inflatie en daarin de stijgende energieprijzen. Dat maken de Vereniging Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) en de Nederlandse Vereniging voor Banken (NVB) bekend bij de jaarlijkse indexatie van de leennormen op basis van de berekeningen van het Nibud. Het gaat hierbij om consumptief krediet. Door bij het vaststellen van  de leenruimte rekening te houden met de gestegen prijzen worden klanten beter beschermd  tegen schulden die ze niet kunnen betalen.

Het Nibud berekent jaarlijks de kosten die gemiddelde huishoudens maken voor levensonderhoud. Hierop worden de leennormen gebaseerd.  Uit cijfers van het Nibud blijkt dat het gemiddelde uitgavenpatroon van huishouden het afgelopen jaar is gestegen met bijna 10%, als gevolg van de hoge inflatie.  Met name de uitgaven voor energie zijn sterk gestegen. Waar een gezin in de vorige berekening gemiddeld 146 euro per maand kwijt was aan energie is dat in de nieuwe berekening 247 euro. Hierdoor is de ruimte om geld te lenen verkleind.

Banken en kredietverstrekkers hanteren een leennorm om te berekenen hoeveel iemand kan lenen, zonder in de financiële problemen te komen. De leennorm is dus het bedrag dat je minimaal moet overhouden om van te leven. Om die norm te bepalen kijken kredietverstrekkers naar het inkomen en naar de vaste lasten. Voor het bepalen van de kosten voor levenshoud wordt gekeken naar de jaarlijkse berekeningen van het Nibud.

De geïndexeerde Leennormen zijn hieronder gepubliceerd:

https://www.vfn.nl/gedrachtscodes/leennormen-ck-per-15-juli-2022/