Strengere leennormen door aanhoudende inflatie

Op 4 september jl. hebben de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) en de Nederlandse Vereniging voor Banken (NVB) de leennormen geïndexeerd. Bij het bepalen ervan wordt gebruik gemaakt van berekeningen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Ook dit jaar heeft de aanhoudende inflatie een sterke invloed op de indexatie van de leennormen. 

Sinds 2008 passen consumptief kredietverstrekkers, verenigd in de VFN en de NVB, de leennormen toe. De leennormen kijken naar het inkomen en de uitgaven van huishoudens voordat een lening wordt verstrekt en dienen als maatstaf voor verantwoord lenen zonder financiële problemen. Alleen wanneer uit deze toets blijkt dat een klant voldoende financiële ruimte heeft om het krediet af te lossen, kan een aanbieder overgaan tot verantwoorde kredietverstrekking. De stijging van de kosten van levensonderhoud, met name weerspiegeld in de energie-uitgaven, heeft geleid tot hogere inflatie. Deze inflatie zien we nu terug in de strengere leennormen. Ter illustratie; voor de crisis in Oekraïne bedroegen de maandelijkse energiekosten van een gemiddeld huishouden met kinderen €100. Inmiddels is dat gestegen tot €300. Het goede nieuws is echter dat de inkomens en de toeslagen ook zijn gestegen, waardoor de daadwerkelijke impact van de verhoogde leennormen, anders dan in 2022, minder zwaar weegt. 

Kredietverstrekkers streven naar verantwoorde kredietverlening en nemen daarom logischerwijs de effecten van inflatie mee. Daardoor zal het voor de meeste consumenten vanaf 4 september waarschijnlijk lastiger worden om een lening af te sluiten. Nieuwe investeringen, zoals de aanschaf van een nieuwe auto of verduurzaming van de eigen woning, worden hierdoor naar verwachting uitgesteld. Dat is jammer, want duurzaamheidsmaatregelen voor woningen, zoals zonnepanelen en isolatie, kunnen de energiekosten op de lange termijn juist verlagen. Kredietverstrekkers willen hier een rol in spelen door duurzaamheidsleningen aan te bieden die rekening houden met toekomstige besparingen op energiekosten voor huishoudens.