Minister Dijsselbloem: ‘De negatieve erfenis uit het verleden moet worden aangepakt’

In antwoord op Kamervragen van Henk Nijboer (PvdA) over ‘grote persoonlijke problemen bij doorlopende kredieten’ heeft Minister Dijsselbloem aangegeven dat het zijn indruk is ‘dat met de maatregelen die de AFM heeft genomen resultaten worden geboekt’. Nijboer stelde zijn vragen naar aanleiding van het televisieprogramma 'Kassa', waarin kredieten bij Interbank ter sprake kwamen. Volgens de Minister ging het in de uitzendingen van 'Kassa' om oude gevallen van doorlopende kredieten die ‘jaren geleden zijn afgesloten’. Dijsselbloem: ‘Deze consumenten hebben in een periode dat de inkomenstoets voor consumptieve kredietverlening minder streng was (te) hoge doorlopende kredieten kunnen afsluiten […]’. Inmiddels zijn nieuwe normen van kracht. De Minister wijst erop dat de Vereniging voor Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) in 2012 haar gedragscode heeft aangepast, ‘waardoor de verstrekking van doorlopende kredieten strenger worden beoordeeld en de kredietverstrekker de consument nu minimaal 1x per jaar op de hoogte moet stellen dat momenteel niets wordt afgelost en op termijn het krediet zal moeten worden afbetaald’. De Minister erkent dat er als gevolg van strengere normen consumenten zijn ‘die naar de huidige maatstaven reeds overgekrediteerd zijn’. Voor dergelijke gevallen verwijst Dijsselbloem naar de mogelijkheid van oversluiting (naar een andere aanbieder) die volgens de VFN-gedragscode is toegestaan als dit in het belang is van de consument. De aanbieder kan dan, ondanks dat niet wordt voldaan aan de VFN-leennormen, toch krediet verstrekken. Ook geeft de Minister aan dat de AFM bovenop de zaak zit. Zo volgt de AFM deze problematiek sinds 2014 met bijzondere aandacht en hebben bepaalde partijen in 2015 een plan moeten opstellen. Dijsselbloem: ‘De AFM vereist dat kredietaanbieders en bemiddelaars de actuele situatie van klanten in kaart brengen om zodoende locked-up-situaties te detecteren en op te lossen, bijvoorbeeld door het krediet over te sluiten naar een krediet waarop meer wordt afgelost. […] Voorts verlangt de AFM dat kredietaanbieders meewerken aan het omzetten van kredieten waarop niet of nauwelijks wordt afgelost’. Volgens Dijsselbloem zijn inmiddels ‘grote hoeveelheden doorlopende kredieten waarop niet of beperkt werd afgelost, omgezet naar kredieten met een grotere aflossingscomponent (al dan niet in combinatie met een verlaging van de rente en/of maandlast) waardoor er perspectief komt op een schuldenvrije toekomst voor deze consumenten’. De beantwoording van de schriftelijk vragen wordt door de Minister afgesloten door de verwachting uit te spreken dat aanbieders actief en passende oplossing aanbieden aan de betreffende consumenten en dat de AFM hierop zal toezien.